Waar zoiets toe kan leiden, las ik onlangs in een uitspraak van de klachtencommissie. Daarin stond dat ouders een klacht bij de klachtencommissie hadden ingediend vanwege niet adequaat optreden tegen het pesten van hun kind door school.
Wat was er aan de hand?
Ouders vonden dat de school hun klachten over het pesten van hun kind nooit serieus had genomen en geen passende actie had ondernomen. Zij gaven aan dat hun kind na een verhuizing naar het dorp op deze school terechtkwam en vanaf het begin is gepest door kinderen uit eigen klas én uit hogere klassen. Bij één van de incidenten is de fiets van hun kind vernield. De ouders hebben verschillende gesprekken met de betrokken leerkracht en directeur van de school gevoerd, maar kregen geen gehoor voor hun zorgen over het pesten. Het pesten was zo uit de hand gelopen dat hun kind met tegenzin naar school ging.
De directeur vond dat geen sprake was van aanhoudend pestgedrag tegen het kind op de school. Dat wat ouders zagen als pestgedrag werd door de leerkracht anders gezien. De andere kinderen probeerden het kind te betrekken op het speelplein en in de klas. De leerkracht zag ook dat het kind onzeker was en moeite had met de gewoontes in de groep. Daarop heeft de leerkracht verschillende gesprekken gevoerd met het kind. Deze gesprekken gingen over het schoolwerk (toetsen, afronden opdrachten, etc.) en over het wegwijs worden van het kind op school. In de gesprekken heeft het kind nooit aangegeven dat er sprake was van pesten of zich niet prettig voelen op school.
Er waren een paar incidenten waarbij het kind betrokken was en de school heeft hierop ook gehandeld. Daarna zijn er gesprekken tussen de ouders, leerkracht en directeur geweest, is er met leerlingen gesproken en is weerbaarheidstraining aangeboden aan het kind. Bij één van de incidenten was er schade ontstaan aan de fiets kwam door een fiets van een andere leerling die tegen de fiets van het kind was gevallen. De ouders van de andere leerling hebben aangeboden de schade te vergoeden. Een andere keer was er een ruzie geweest waarbij een leerlinge en het kind aan elkaars haren hebben getrokken. De school concludeerde toen na onderzoek dat beide leerlingen een even groot aandeel in de ruzie hadden die is opgelost na een gesprek. Meer is er volgens de directeur niet aan de hand geweest. Toch hebben ouders de weg naar de klachtencommissie gekozen.
Impact
Voor een school en vanzelfsprekend ook voor betrokken ouders is een klachtenprocedure ingrijpend. Directeuren ervaren dat de relatie met ouders extra onder druk komt te staan. Je staat ten slotte voor de klachtencommissie als partijen tegenover elkaar. De school is in bovenstaande casus door de klachtencommissie in het gelijk gesteld.
Toen ik de uitspraak las en me verplaatste in wat dit voor school en ouders betekent vroeg ik me twee zaken af:
- Had dit niet anders gekund?
- Hoe de huidige relatie weer herstellen?
Hoe nu verder?
In de uitspraak is te lezen dat school en ouders in het voortraject wel met elkaar in gesprek zijn geweest, maar dit heeft de gang naar de klachtencommissie niet voorkomen. Hier had het kunnen helpen als de directeur de ouders zou voorstellen een onafhankelijke bemiddelaar in te schakelen om gesprekken te ondersteunen tussen de ouders en de directeur. In dat geval ga je met elkaar om de tafel om ieders verhaal en belangen te delen en samen te komen tot oplossingen waar beide partijen achter staan. Voorwaarde hiervoor is dat ouders en school hiervoor openstaan. Bemiddeling is altijd op vrijwillige basis.
Na de uitspraak is het ook belangrijk om als directeur met de ouders in gesprek te gaan en daarin open neer te leggen dat in de klachtenprocedure school en ouders tegenover elkaar hebben gestaan, maar dat in het belang van het kind het belangrijk is dat sprake is van voldoende basis van vertrouwen en met elkaar te verkennen wat ervoor nodig is om het beschadigd vertrouwen en de relatie te herstellen.
Als in de basis sprake is van een situatie waarin partijen in het conflict in principe als doel hebben om een gezamenlijke win-winoplossing te vinden of daartoe te bewegen zijn kunnen school en ouders met elkaar in gesprek gaan. Als de situatie verschuift naar een win-verlieshouding, waarin de aandacht primair gericht is op het eigen gelijk en de eigen positie verdient het aanbeveling een gesprek onder begeleiding van een onafhankelijk bemiddelaar te laten plaatsvinden.
Zorg wegnemen
Als je als school aanklopt bij Verus, kunnen we tips geven hoe zelf een gesprek met ouders aan te gaan. Als gekozen wordt voor bemiddeling, starten wij na akkoord van beide partijen een bemiddelingstraject. We pakken jouw verzoek vaak binnen drie werkdagen op en nemen contact op met de deelnemers aan het gesprek om te bereiken dat ze aan tafel komen. Zo creëren wij vanaf het begin een veilige omgeving, waarbij alle betrokkenen in de kwestie kunnen zeggen wat er op hun hart ligt. Als bemiddelaar stellen we als onafhankelijke en onpartijdige derde gerichte vragen om boven water te krijgen wat de deelnemers dwars zit, om daarna de aandacht te richten op wat er voor de samenwerking in de toekomst tussen school en ouders nodig is en alsnog te komen tot een win-winsituatie.
In ons werk zien we mensen weer dichterbij elkaar komen, doordat ze in de gesprekken naar elkaar luisteren, ook naar wat er achter woorden schuilgaat. Ook proberen we juist gedeelde waarden en visies naar boven te halen. Want uiteindelijk draait het om het gezamenlijke belang: het kind/de leerling. En zo ontstaat er vaak weer ruimte om samen verder te gaan. Zit jij met je handen in het haar over een soortgelijke kwestie of ander geschil? Schroom dan niet om met ons contact op te nemen. Wij staan voor je klaar!
N.B. de beschreven casus is gebaseerd op een echtgebeurde situatie en op onderdelen zodanig aangepast dat deze niet is terug te herleiden.