Onderwijs geven in levensbeschouwelijke tradities. Je moet toch iets met de opdracht tot burgerschapsonderwijs als die spreekt over onder meer ‘het bijbrengen van kennis over en respect voor verschillen in godsdienst en levensovertuiging’. Om nog maar te zwijgen over het eerste deel van kerndoel 38 voor basisscholen: ‘De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen.’ Het is een belangrijke opdracht voor alle scholen, met welke leerlingenpopulatie dan ook.
Maar als je Samira het werk laat doen, wat moet je nog als leerkracht? Wat moet je als leerkracht allemaal weten van die verschillende stromingen? Wat als je geen leerlingen hebt die enigszins vertrouwd zijn met een specifieke stroming?
Professional aan zet
Laat me duidelijk zijn: zoals bij veel andere kennisinhouden en vormingsgebieden draait het ook hier om de kennis en kunde van de leerkracht. Natuurlijk met veel interactie over visies en (mogelijke) ervaringen van de leerlingen. En ja, dan kan een groepje leerlingen in groep 7 echt wel een mooie presentatie over het Jodendom geven. Maar de professional is aan zet. En ja, dat vereist kennis van die stromingen. En toegang tot goede, ondersteunende bronnen. Er zijn verschillende verhalenbundels, sites en andere bronnen om meerdere geestelijke stromingen aan de orde te laten komen. Die zijn dus ook beschikbaar voor die scholen waar (op het eerste gezicht) geen diversiteit van levensbeschouwelijke tradities onder de leerlingen herkenbaar is.
Van daaruit is bovenal een andere vraag aan de orde: hoe stel je diverse levensbeschouwelijke tradities aan de orde? Wat kan dit meer zijn dan een verplichting omdat wetsartikelen en kerndoelen dit zo fraai formuleren? Hoe kan ‘onderwijs in geestelijke stromingen’ zo zinvol mogelijk zijn?
Snuffelen aan andere tradities
Ik geef twee voorbeelden van praktijken die beide een tekort laten zien. Daarmee komen we ook op het spoor van hoe het wel kan, hoe het zou moeten.
De eerste manier is die van het ‘snuffelen’. Een ‘andere’ (anders dan…?) levensbeschouwelijke traditie wordt geïntroduceerd als een exotische bijzonderheid, een curiositeit die verkend kan worden in al haar ‘anders zijn’. De leerlingen snuffelen aan die ‘vreemde’ traditie zodat die wat minder vreemd wordt. Het onderwijs over die traditie gaat dan over de buitenkant ervan, over de kleurrijke feesten, de opvallende kleding en attributen: fashion, festivals, food, flags and famous persons. Er wordt geïnteresseerd kennis van genomen, wetenswaardigheden over gebruiken worden uitgewisseld. Hoe vaak heb ik niet gehoord dat een bepaalde traditie aan de orde komt bij geschiedenis of aardrijkskunde: “Het Hindoeïsme doen we als India op het programma staat.” Valk, Selçuk en Miedema noemen dit vormen van ‘musealisering die niet in staat zijn levensbeschouwingen te ontdekken als dynamische ervaringsverhalen.’ Volgens hen dienen leerlingen de mensen erachter te leren kennen in hun ‘overtuigingen en waarden, bronnen, rituelen en hoe en waarom ze over bepaalde zaken denken.’ [1]
Met open armen benaderen
Het tweede voorbeeld uit de praktijk is dat van het ‘knuffelen’. Een traditie wordt benaderd met open armen, zonder (waarde)oordeel, als ‘knuffelgeloof’ waarin je jezelf verliest. Maar dit ontdoet echte ontmoeting van een wezenlijk aspect, zeker ook in het onderwijs: iedereen heeft een eigen visie op goed leven die je tijdens het knuffelen niet naast je neer kan leggen. Daag daarom de leerlingen uit zichzelf volop mee te nemen in die ontmoeting en hun eigen waarden en normen in te brengen. En ja, dat kan schuren, soms zelfs botsen. Wie een ander ontmoet, verliest zichzelf niet in het zien van gemakkelijke overeenkomsten, maar (juist) ook in het verkennen van verschillen. Onderwijs verzorgen betekent ook dat je een zeer belangrijke en maatschappelijke uitdaging aangaat: (leren) samenleven in verschilligheid. Dat we willen en kunnen (leren) samenleven, met verschillen, botsend, schurend. Maar we kunnen het samen doen.
Dan knuffelen we niet, maar dansen we om elkaar heen, kijken elkaar in de ogen, en staan we op elkaars tenen. Dat doen we nieuwsgierig en vanuit de overtuiging dat die ander er mag zijn. Hoe verschillend ook.
Onderwijs in levensbeschouwelijke tradities is geen ‘snuffel- en knuffelonderwijs’. Vertel verhalen, toon beelden, luister naar muziek, bezoek een gebouw, maar bovenal: leer elkaar kennen in je drijfveren, je hoop en je angsten. Dat is wederzijdse ontmoeting.
Dat is werk van de leerkracht. Mooi werk!
[1] John Valk, Mualla Selçuk & Siebren Miedema (2020) Worldview Literacy in the Academy and Beyond: Advancing Mutual Understanding in Diverse Societies*, Religious Education, 115:3, 364-374
Samen geloven
Deze pagina is onderdeel van ons domein Samen geloven. Verus laat zich inspireren door het christelijke geloof. Dit geloof verbindt ons en draagt bij aan een inclusieve samenleving met verschillende visies op goed (samen)leven. Onze christelijke waarden kleuren het perspectief waarmee we naar de samenleving, het onderwijs en relaties kijken.