Maak over twee jaar de balans op en bepaal wat verder nodig is
Vrijwel alle organisaties in het onderwijs zijn het erover eens: de periode van 2,5 jaar van het NPO is te kort om het geld duurzaam en effectief in te zetten. Ook de Onderwijsraad wijst op dit probleem. Het is volgens de raad belangrijk om te monitoren hoe het NPO uitpakt in de onderwijspraktijk, als onderdeel van integraal beleid voor duurzame onderwijsverbetering. Centrale vraag hierbij is in hoeverre de corona-gerelateerde leer-, studie- en ontwikkelachterstanden ingelopen zijn. Daarnaast zou er ook gekeken moeten worden wat het effect is geweest op de basiscondities voor goed onderwijs en in hoeverre er perverse prikkels in het NPO zitten. Voor een goed en volledig beeld en eventueel het bijstellen van het NPO vindt de Onderwijsraad het belangrijk dat de overheid centrale regie voert op de monitoring. Tegelijk waarschuwt de raad ervoor dat, hoe belangrijk monitoring ook is, het niet mag doorslaan in onnodige verantwoordingslast.
Aanbevelingen Onderwijsraad
De herstelmaatregelen van het NPO kunnen aan kracht winnen als de regering met structurele investeringen en lange termijnbeleid inzet op:
- de aanpak van het leraren- en schoolleiderstekort in het nieuwe regeerakkoord;
- verbeteren van de kwaliteit en gelijkere onderwijskansen;
- structureel investeren in kennisinfrastructuur voor kennisdeling en kennisbenutting;
- realiseren van een lokaal offensief om jongeren perspectief te bieden.
Denktank
De aanbevelingen van de Onderwijsraad liggen in lijn met de brief van de Denktank Nationaal Programma Onderwijs van Verus. De Denktank onder leiding van onderwijsbestuurder en oud-Kamerlid Jan Jacob van Dijk liet al eerder een ander geluid horen aan minister Slob. Een geluid vanuit het onderwijs, met als uitgangspunten het brede belang van de leerling, de oproep om te investeren in de lange termijn en om het onderwijs uit te dagen op haar professionaliteit.
Op maandag 7 juni praat de commissie OCW in de Tweede Kamer over het Nationaal Programma Onderwijs.