Publicatie-
datum:

12 december 2019

Publicatiedatum: 12 december 2019
Bestuur en samenwerking Identiteit
Finland

Wat viel u daar op?
“Vooral een ontspannen discipline. En daarvoor zie ik twee aanwijsbare oorzaken: allereerst de doorgaande leerlijn van 7 tot 15,16 jaar. Er is geen vroege selectie, zoals in Nederland. En ook geen toetscultuur, maar veel evaluatie en feedback. Een tweede oorzaak is de basisbekostiging. We bezochten een school met 521 leerlingen en 71 fte personeel. Daarmee heb je de basis al op orde. Leraren zijn academisch geschoold en hebben veel tijd om lessen voor te bereiden. En heeft een leerling wat extra’s nodig, dan komt de ondersteuner.”

Hoge scores, geen toetscircus, een doorgaande leerlijn en goed opgeleide leraren. Dat klinkt als het onderwijswalhalla… Wat kun je daarmee in Nederland?
“Die basisbekostiging en late selectie, dat is overheidsbeleid. Daar kunnen we niet zoveel aan veranderen in onze eigen organisatie. Maar we kunnen wel inzetten op een verandering van toets- naar feedbackcultuur. Dat doen we overigens al: portfolioleren is in ontwikkeling op onze scholen. Ik trok vijf lessen uit het Finse onderwijs, waarvan we er met vier al bezig zijn: continu verbeteren, focussen op wat wij goed onderwijs vinden, verdiepend leren en een onderzoekende en lerende houding en cultuur in de hele organisatie. Wat we beter kunnen doen is ‘doorleefd werken’. In Finland weet ieder kind, iedere ouder en leraar vol trots de kern en kracht van de school te vertellen. Als wij die vraag hier stellen, denk ik niet dat wij zulke expliciete antwoorden krijgen. Dezelfde taal spreken, daaraan willen we verder werken.”

Nemen jullie verder nog wat mee naar de eigen scholen?
“De aandacht voor brede talentontwikkeling. Niet alleen zaakvakken, maar ook sport, muziek, kunst, handvaardigheid. De voorwaarden in Finland zijn beter: aparte lokalen, met aparte vakleerkrachten. Dat kunnen wij nooit op die manier waarmaken, maar we houden brede talentontwikkeling op de agenda. Ik denk dat het Nederlandse onderwijs een sprintje is: snel de opbrengst op orde krijgen. De zachte aspecten raken daarbij wat ondergesneeuwd.

Wat we ook gaan onderzoeken is de inrichting van de lokalen. Er stond daar vier soorten meubilair: een traditioneel setje tafel en stoel, zitzakken, statafels en verwerkingstafels. Ik dacht eerst: wat een zooitje. Maar lessen duren daar 75 minuten en het is de bedoeling dat je rouleert van plek. Hangt iemand achterover op een stoel, dan is dat ook geen probleem. ’t Is allemaal niet spectaculair anders, maar wel fundamenteel op orde.”

Viel er nog iets tegen in het Finse onderwijs?
“Het ICT-onderwijs. Ik dacht dat men daarin voorop zou lopen, maar dat viel tegen.”

Jullie waren er een week voor de PISA-publicatie. Keek u daar nu anders naar?
“Opvallend in de ranking vond ik, na ons bezoek aan Finland, de vroege selectie en de zeven niveauverschillen in ons voortgezet onderwijs. Is dat nou allemaal nodig? Maar echt zorgelijk vond ik de constatering van PISA dat Nederlandse kinderen een fixed mindset hebben: Op de vraag 'kan je intelligentie veranderen?' scoren Nederlandse leerlingen laag. Ze geloven in feite niet dat je slimmer kan worden. In Finland gaan ze uit van een groeimindset.”

Gerelateerde berichten