Veel studenten stappen zijn lokaal binnen met het idee een lesje godsdienst te krijgen. “Ik zie in de eerste lessen veel aannames sneuvelen”, vertelt Snel. “Dat levensbeschouwing niet bestaat op een openbare school, bijvoorbeeld. Ze ontdekken dat het vak levensbeschouwing niet gaat over religies, maar over hen persoonlijk. En komen er tijdens het volgen van dit vak achter hoe rijk levensbeschouwing eigenlijk is.”
Kijk maar naar de foto’s die de studenten maakten in de havenstad. Van reclames, motto’s op gevels, stickers op lantaarnpalen. Bedrijven, scholen, politieke partijen: alles roept een levensovertuiging. “En iemand fotografeerde een brug. Omdat achter een brug een visie zit, een vorm, een naam. Iets wat je als stad schijnbaar belangrijk vindt.” Snel vraagt studenten de foto’s toe te lichten om tot een beter begrip te komen van wat levensbeschouwing is en wat je in de klas ter sprake kunt brengen.
De leraar als moderator
Oog hebben voor levensbeschouwing is van groot belang voor leraren, vindt Snel. “Mijn studenten dragen straks als leraar bij aan de persoonlijke ontwikkeling van hun leerlingen. Ook kinderen komen natuurlijk hun klas binnen met verhalen die een levensbeschouwing ademen. Hoe gaan zij, als leraar, dan genuanceerd om met verschillen? Wat brengen ze zelf mee aan tradities en verhalen? Wat willen ze daarmee uitdragen? Wat kunnen ze daarmee in de weg staan?”
“Ik vind het belangrijk dat deze studenten straks moderators worden voor de klas, dat ze gesprekken onderling begeleiden en leerlingen leren antwoorden te vinden voor zichzelf. Een leraar moet betekenis kunnen geven en leerlingen helpen persoonlijke betekenis te vinden.”
Een openbaring
Nadat ze een paar maanden hebben geobserveerd in hun praktijkklas ziet Snel dat zijn eerstejaars zich er bewust van zijn dat ze zelf ook met een levensbeschouwelijke overtuiging voor de klas staan. Óók degenen die religie mijden. “Hun levensbeschouwing is vaak even sterk als die van iemand uit een kerk.” En voor de student die van een christelijke school in een christelijk dorp komt geldt: Hoe ga je om met verschillen die je tegenkomt op bijvoorbeeld een christelijke basisschool in de stad? Waar een meerderheid van de leerlingen bijvoorbeeld islamitisch is?
Snel laat zijn studenten tijdens het observeren letten op kansen voor gesprekken over levensbeschouwing. “Dat vinden ze echt een openbaring, als ze zien dat een leerkracht heel bewust kiest voor een gesprek met leerlingen. Hoe waardevol het is dat er ruimte is voor vragen en verhalen.” Spannend is het ook. Want je weet niet wat kinderen gaan zeggen. “Maar ik verwacht dat mijn studenten het er straks op durven wagen. Dat ze het zelfvertrouwen hebben om niet alleen maar door te moeten met het lesprogramma, maar dat ze toekomen aan een echt gesprek. Dat is zo verrijkend.”