Publicatie-
datum:

3 juni 2021

Publicatiedatum: 3 juni 2021
Burgerschap Identiteit

Een berg aan resultaten van basisscholen in Nederland die werken aan inclusiever onderwijs. Wat doen zij? Met welke onderwerpen rondom inclusiviteit houden zij zich bezig, welke belemmeringen zijn er en wat zijn hun opdrachten voor de toekomst? Dit zijn enkele vragen waarop in het onderzoek van NCOJ, dat in verbinding met Verus staat dankzij het platform Naar Inclusiever Onderwijs, antwoorden zijn gevonden.

‘’We hebben het onderzoek vooral gedaan omdat er geen antwoord was op deze vragen als we kijken naar het basis- en voortgezet onderwijs en de scholen die werken aan inclusiever onderwijs. Ook kenden we de ondersteuningsbehoeften van scholen niet.” Vorige week woensdag zijn de resultaten van het onderzoek in het basisonderwijs gepresenteerd aan minister Slob, later dit jaar volgen de bevindingen voor het voortgezet onderwijs. ‘’Vanuit het platform kenden we circa 40 scholen die zeer actief zijn op dit gebied. Duidelijk is geworden dat er is een veel grotere groep mee bezig is dan we in eerste instantie dachten.’’

Opvallende punten

De bevindingen tonen dat binnen de groep scholen die werken aan inclusiever onderwijs er relatief veel scholen zijn die vernieuwingsonderwijs geven en alternatieven of aanvullingen hebben voor het leerstofjaarklassensysteem. Maar ook bij de meer traditionele organisatievormen van het onderwijs zijn er veel scholen die werken aan inclusiever onderwijs, diverse met het predicaat ‘excellente school’. Dat neemt niet weg dat er natuurlijk ook scholen met ‘traditioneel’ onderwijs zich hardmaken voor inclusiever onderwijs. Daarnaast werd duidelijk dat de deelnemende scholen gemiddeld ongeveer 11 leerlingen opnemen die anders op het speciaal (basis)onderwijs hadden gezeten. ‘’60% van deze groep scholen is ook voornemens om de komende vijf jaar méér leerlingen met zwaardere ondersteuningsbehoeften op te nemen. Twee derde van deze scholen geeft wel aan dat dat wel betere randvoorwaarden vraagt, qua beschikbare expertise aan speciale onderwijszorg en financiën”’, benadrukt van Veen.

Opvallend is dat de scholen zich op dit moment voor de expertise aan speciale onderwijszorg vooral gesteund voelen door het eigen bestuur en/of samenwerkingsverband. ‘’Pas daarna wijst men naar het speciaal (basis)onderwijs als partners. Wij vonden dat opvallend, ook al omdat de scholen bij doorvragen aangeven enthousiast te zijn over de kwaliteit van de ondersteuning/expertise van het s(b)o als ze die kregen. Dat is een belangrijke opdracht voor de toekomst, om nog meer verbinding tussen het speciaal (basis)onderwijs en reguliere bassischolen te leggen.’’

Zwaardere ondersteuningsbehoeften

Een andere bevinding is dat deze scholen toegankelijk zijn voor grote verscheidenheid aan (groepen) leerlingen die speciale onderwijszorg en extra ondersteuning behoeven, zowel naar zwaarte als breedte. ‘’Niet alleen kinderen met gedragsproblemen, waar in de beeldvorming over het passend onderwijs heel erg de focus op ligt. Er is juist ook veel aandacht voor kinderen met fysieke of verstandelijke beperkingen en chronische aandoeningen.’’

Dankzij het onderzoek is nu helder in beeld waar scholen die werken aan inclusiever onderwijs de afgelopen jaren mee bezig zijn geweest. Van Veen benadrukt dat veel scholen hebben gewerkt aan draagvlak binnen hun eigen school en team om te zorgen dat de neuzen dezelfde kant op staan en vanuit een positieve houding en cultuur ook gewerkt kan worden aan een inclusievere praktijk. Sociale integratie en onderwijskundige integratie zijn voorname thema’s geweest waaraan is gewerkt, naast de beschikbaarheid van expertise op het terrein van speciale onderwijszorg en extra ondersteuning. ‘’In de missie en ambities klinkt de pedagogiek ruimschoots en het is interessant om te zien dat de scholen heel erg bezig zijn met de manieren waarop het onderwijs zo ingericht kan worden om samen leren met goede resultaten voor iedereen mogelijk te maken. Het onderzoek laat ook zien dat ze kritisch naar zichzelf kijken en durven te zeggen: we kunnen op bepaalde zaken nog een tandje erbij zetten in de toekomst’’, zegt Van Veen.

Inspiratie bij anderen opdoen

Het vormgeven van inclusief onderwijs in de klas is een hoge prioriteit en door ervaring is het voor scholen ook steeds helderder wat voor ondersteuning zij nodig hebben om dit te blijven realiseren. ‘’De scholen geven aan veel geleerd te hebben en deze leerervaringen ook voor andere scholen beschikbaar te willen stellen. Hiermee kun je je voordeel doen bij verdere ondersteuning. Doe inspiratie op en leer van werkbezoeken bij andere scholen.’’

Behalve onderzoek bij basisscholen , is er ook een verkenning gedaan bij zes samenwerkingsverbanden, vier in het basisonderwijs. De praktijkbeschrijvingen tonen energie en commitment, ontwikkelingsopdrachten voor scholen en samenwerkingsverbanden en benodigde samenwerking met partners in de uitvoeringspraktijk (speciaal onderwijs, zorg, opvang, arbeidsmarkt) en beleid (gemeenten en landelijk).

‘’Hierin zien we ook heel verschillende startposities in samenwerkingsverbanden en bij de aangesloten scholen. Die regiobeschrijvingen zijn zeer de moeite waard omdat ze diverse doelen en aanpakken laten zien, mede ingegeven vanuit die verschillende startposities. In het ene geval gaat het om het ontwikkelen van breed draagvlak voor het werken aan inclusiever onderwijs of om uitvoeringsvragen, terwijl in een ander samenwerkingsverband al meer dan tien scholen hier langer mee bezig zijn en het gaat om vraagstukken van opschaling en verduurzaming. Al deze bevindingen bevatten ontzettend veel ingrediënten en bouwstenen om mee verder te kunnen. Wij denken dat dit onderzoek scholen en besturen heel erg helpt om inspiratie op te doen en je weg te vinden. Wat past bij ons qua overtuiging en startpositie? Onze missie vanuit het platform is dan ook niet voor niets om scholen van onderop te helpen om te kijken wat ze nodig hebben, hoe we ze kunnen ondersteunen en wat ze van elkaar kunnen leren. Ook voor het platform Naar Inclusiever Onderwijs en Verus zelf is dit ontzettend waardevol om op basis van deze informatie praktijkontwikkeling verder te kunnen ondersteunen.’’

De resultaten van het onderzoek zijn op de website van Naar Inclusiever Onderwijs te vinden. In het rechterrijtje met rapporten en factsheets vind je de resultaten.

Gerelateerde berichten