Bij burgerschapsonderwijs staat het leren functioneren in de democratische rechtsstaat centraal. Door de burgerschapsopdracht te verduidelijken wil minister Slob meer duidelijkheid bieden aan scholen. De meeste fracties in de Eerste Kamer waren van mening dat de aangescherpte burgerschapsopdracht een verbetering is ten opzichte van de huidige wet die te algemeen is. Wel maakten enkele senatoren zich zorgen hoe het wetsvoorstel zich verhoudt tot het grondwettelijk recht op de vrijheid van onderwijs. Waar de ene fractie vreesde voor te veel dwang, waren andere fracties bang dat met dit wetsvoorstel nog steeds ruimte is voor standpunten die tegengesteld zijn aan de basiswaarden van de democratische rechtsstaat.
Uitvoerbaarheid
Ook waren er zorgen over de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel. Die betroffen onder meer het lerarentekort, de werkdruk in het onderwijs en de herziening van het onderwijscurriculum. Enkele senatoren vroegen zich terecht af of deze problemen niet tot moeilijkheden in de uitvoering van het wetsvoorstel kunnen leiden.
Ondersteuning van docenten
Eerder pleitte een brede coalitie van onderwijsorganisaties al voor ondersteuning en facilitering van de mensen in de klas die verantwoordelijk zijn voor burgerschapsonderwijs. Door een overladen lesprogramma (gebrek aan tijd) en door handelingsverlegenheid (behoefte aan professionalisering) is het lastig om op de goede manier controverses te behandelen.
Minister Slob meldt hierover dat er een ondersteuningsprogramma loopt en er daarnaast wordt gekeken of ondersteuning misschien ook op een andere manier richting de scholen kan gaan en wat dan de meest praktische en de beste manier is om dat te doen. Hierbij worden partijen als de sectorraden, profielorganisaties, de Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer en de Alliantie Burgerschap bij betrokken.
Rol Onderwijsinspectie
De burgerschapswet spreekt over basiswaarden van de democratische rechtstaat. Scholen zullen helder moeten maken op welke manier deze basiswaarden herkenbaar in het onderwijs vorm krijgen. De minister bevestigt daarom nogmaals dat de vrijheid van onderwijs een belangrijk uitgangspunt is bij de burgerschapsopdracht. Hij erkent dat de wijze waarop burgerschapsonderwijs wordt ingevuld en uitgevoerd nauw samenhangt met de identiteit en de pedagogische of religieuze grondslag van een school. In de toelichtingen bij dit wetsvoorstel en in de onderzoekskaders van de inspectie zijn de centrale begrippen uit de burgerschapswet nader beschreven en vertaald naar schoolniveau. De toezichthouder zal scherp toezien of het burgerschapsonderwijs conform de wettelijke eisen wordt uitgevoerd.
Wat wordt er van scholen verwacht?
- Het ontwikkelen van een herkenbare visie op burgerschapsonderwijs.
- Op doelgerichte wijze invulling geven aan burgerschapsonderwijs in het onderwijsprogramma via een samenhangend programma door de leerjaren heen, waarbij de school ook concreet dient te formuleren wat leerlingen zullen leren.
- Een gedegen monitoring en evaluatie van het burgerschapsonderwijs.
Inwerkingtreding
De senatoren stemmen dinsdag 22 juni over het wetsvoorstel, dat formeel vanaf augustus in werking kan treden.
Ons aanbod
Verus heeft ook sinds vorig najaar een nieuw dienstverleningsaanbod rondom burgerschapsvorming. Dit bestaat onder meer uit een sparringsgesprek, het burgerschapskompas en een online startmodule pedagogische burgerschapsvorming. Ook hebben we een whitepaper van Gert Biesta, die je gratis op kunt vragen, waarin enkele handreikingen worden gegeven hoe scholen in dit complexe, democratische speelveld handen en voeten kunnen geven aan burgerschapsvorming.
Samen besturen
Deze pagina is onderdeel van ons domein Samen besturen. Verus wil randvoorwaarden scheppen voor geïnspireerd goed onderwijs. Dat doen we door betrokken te zijn bij elkaar en samen te verbinden als gemeenschap, met begrip voor de positie van leden die in hun eigen leergemeenschap functioneren. Bestuurlijke vraagstukken lossen we samen op, met hulp van collega-bestuurders of een adviseur.