Bestuur en samenwerking Samen besturen

De vrijheid van onderwijs kent vele aspecten, waarvan er de nodige terugkomen in verschillende verkiezingsprogramma’s. Daarbij is globaal een onderscheid te maken tussen partijen die meer aan de linkerkant van het politieke spectrum opereren en partijen zich die juist meer aan de rechterkant bevinden. De eerste groep is kritisch tot zeer kritisch over de vrijheid van onderwijs en wil die in meer of mindere mate beperken. De tweede groep is juist heel positief en wil de vrijheid van onderwijs behouden en soms juist uitbreiden. Opmerkelijk is dat de zich in het algemeen rechts profilerende VVD zich met betrekking tot dit thema in het ‘linkse kamp’ bevindt. En, op zich minder opmerkelijk, dat de ChristenUnie en DENK, zich met hun wat meer linkse profiel, zich hier duidelijk aan de rechterkant scharen.

Vrijheid van onderwijs in de democratie

Voor wat betreft de vrijheid van onderwijs an sich is er een beperkt aantal partijen dat zich daarover uitspreekt. De partijen die dat doen, het CDA en de ChristenUnie, doen dat op een positieve manier en koppelen de vrijheid van onderwijs aan onze vrije, democratische en plurale samenleving. De ChristenUnie stelt daarbij expliciet dat wat haar betreft artikel 23 ongewijzigd blijft. Andere partijen die zich positief uitlaten over de vrijheid van onderwijs houden het bij deze laatste wens: behoud de vrijheid van onderwijs/artikel 23 (NSC, BBB, PVV (maar niet voor islamitisch onderwijs), Forum voor Democratie en Denk). JA21 en BVNL drukken zich anders uit: Meer vrijheid om scholen op te richten, respectievelijk nadruk op vrijheid en eigenheid in het onderwijs.

Nadruk op toelatingsbeleid

Ook de SGP is onmiskenbaar warm voorstander van het behoud van artikel 23, maar benoemt dit artikel, of de vrijheid van onderwijs als zodanig niet. De partij legt de nadruk op het behoud van het toelatings- en benoemingsbeleid van scholen. Ook de ChristenUnie streeft naar het behoud van deze rechten en Forum voor Democratie pleit voor het behoud van het eigen aannamebeleid van bijzondere scholen. Partijen die kritisch zijn over de vrijheid van onderwijs zijn dat vaak rond dit onderwerp. Zo willen de VVD en D66 afschaffing van het recht van scholen om een toelatingsbeleid voor leerlingen te voeren (acceptatieplicht). GroenLinks/PvdA gaat nog een stap verder en wil naast de acceptatieplicht ook af van de mogelijkheid voor scholen om eisen te stellen aan de overtuiging van leraren. In dit verband is het opmerkelijk dat de SP in haar verkiezingsprogramma niets zegt over de acceptatieplicht, terwijl zij daar op andere momenten altijd een pleitbezorger voor is.

Volt en 50Plus zijn minder subtiel: zij pleiten ronduit voor het afschaffen van confessionele, dan wel niet-openbare scholen. Volt voegt daar het afschaffen van particulier (niet bekostigd) onderwijs aan toe. Dat laatste is de SP grotendeels met Volt eens, zij wil het particulier onderwijs “aan banden” leggen.

Rond toelatings- en aannamebeleid speelt het fenomeen identiteitsverklaringen. Met name een aantal orthodox-christelijke scholen hanteert dergelijke documenten. In hun verkiezingsprogramma’s besteden enkele partijen hier aandacht aan. De VVD, D66 en Partij voor de Dieren zijn duidelijk: verbieden. De SGP noemt identiteitsverklaringen niet expliciet, maar schrijft wel dat dat er geen beoordeling door de inspectie moet komen van opvattingen van scholen en lijkt daarmee (ook) identiteitsverklaringen op het oog te hebben.

Recht op thuisonderwijs

Het recht op het geven van thuisonderwijs vanwege richtingbezwaren is een ultieme consequentie van de vrijheid van onderwijs. VVD en GroenLinks/PvdA geven aan hier vanaf te willen, terwijl ChristenUnie en SGP dit recht juist willen behouden. Informeel onderwijs is een ander heet hangijzer in het licht van onderwijsvrijheid en dan met name het al of niet wenselijk zijn van toezicht op dit onderwijs dat in privékring wordt gegeven. Alleen de VVD spreekt zich uit voor streng toezicht op informeel onderwijs. DENK is juist onomwonden tegen. De twee andere partijen die dit onderwerp aansnijden, ChristenUnie en SGP zijn in principe ook tegen toezicht op informeel onderwijs, maar geven elk een eigen invulling aan dit standpunt. De ChristenUnie wil geen toezicht op informeel onderwijs dat zich aan de regels van de rechtsstaat houdt en SGP wil juist wel toezicht op “jihadistisch onderwijs dat ondermijnend is voor de democratische rechtsstaat”. De partij noemt hierbij zowel bekostigd als niet-bekostigd onderwijs.

Kleinescholentoeslag

In Nederland kunnen kleine scholen een financiële toeslag krijgen om overeind te blijven (de kleinescholentoeslag). Dit betreft vaak (maar niet uitsluitend) bijzondere scholen. De VVD wil af van deze toeslag in grote steden (ten gunste van een toeslag voor kleine dorpsscholen). De ChristenUnie wil deze regeling juist behouden en er extra geld voor uitstrekken en ook de SGP wil deze toeslag behouden. Beide partijen pleiten ook voor het behoud van de laatste school van de richting, de regeling die scholen openhoudt die onder de opheffingsnorm terechtkomen, maar in de wijde omgeving de enige zijn van hun richting.

Vrijheid van onderwijs heeft ook te maken met ruimte voor scholen, hoeveelheid regelgeving en het controlewerk van de inspectie. Enkele partijen zeggen hierover iets in hun programma. De VVD vindt het nodig dat de overheid zich stevig met het onderwijs bemoeit, terwijl de ChristenUnie juist vindt dat scholen vertrouwen, rust en ruimte moeten krijgen. Deze partij wil ook geen toename van het aantal deugdelijkheidseisen en stelt dat de inspectie rolvast en het toezicht binnen de rechtsstaat en constitutionele grenzen moet blijven.

Samen besturen

Deze pagina is onderdeel van ons domein Samen besturen. Verus wil randvoorwaarden scheppen voor geïnspireerd goed onderwijs. Dat doen we door betrokken te zijn bij elkaar en samen te verbinden als gemeenschap, met begrip voor de positie van leden die in hun eigen leergemeenschap functioneren. Bestuurlijke vraagstukken lossen we samen op, met hulp van collega-bestuurders of een adviseur.

Verus