Onderwijsbestuurders voelen de druk van de zogenoemde RATO’s of regionale samenwerkingen, terwijl er in de onderwijspraktijk ook al veel gebeurt om het lerarentekort aan te pakken. Zo ook bij Willem van Oranje Scholengroep in Waalwijk: “De minister probeert nu een bestuurlijk construct neer te leggen, waar wij als kleine besturen niet op zitten te wachten. We verwachten dat de overheid juist meer faciliteert in samenwerking en het opleiden van leerkrachten, dan dat er een bestuurlijk orgaan wordt neergezet. Dat is niet de oplossing. Wij als bestuurders willen allemaal gas geven en aan de slag met projecten en plannen om het lerarentekort terug te dringen. Dat er verplicht wordt om samen te werken in vastgestelde geografische regio’s, vind ik niet oké. Samenwerking staat hoog in ons vaandel, zolang wij de ruimte krijgen om dit zelf in te richten en met elkaar focus mogen aanbrengen. Dat is de kern van vrijheid van onderwijs in de breedste zin van het woord.”
Optimaal personeel werven
Van deze vrijheid maakt Willem van Oranje samen met vier andere schoolbesturen al gebruik. De Bruin is stellig: deze gezamenlijke actie lost het lerarentekort niet op. “We proberen wél samen optimaal personeel te werven, te kijken naar formatieplannen en mobiliteit hierbinnen mogelijk te maken. Daarnaast vissen we elkaars vijver niet meer leeg als we personeel in deze regio zoeken”, legt de Bruin uit. CBS De Brug in Waspik, CBS De Rank in Sprang-Capelle, CBS De Morgenster in Sleeuwijk, De Stroming in Altena en Willem van Oranje Scholengroep bundelen de krachten in het zoeken naar nieuw onderwijspersoneel. Om deze samenwerking zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen, zijn er volgens De Bruin drie zaken nodig:
- Vertrouwen: want zonder vertrouwen kun je niet samenwerken.
- Lef: het lef om het anders te doen.
- Doen: met elkaar aan de slag.
“Een samenwerking met het werven van personeel opzetten kost veel tijd. Je merkt dat een eenpitter anders handelt dan een groter schoolbestuur. Als je het dan hebt over personeelsbeleid en benoeming, wordt het soms wat ingewikkeld. De één doet dit vanuit de levensbeschouwelijke grondslag, terwijl de ander vanuit een open aannamebeleid werkt. Het vraagt geduld, tijd, vertrouwen en relatie om tot elkaar te komen. Maar we zien ook de noodzaak om niet het lerarenprobleem van de ene naar de andere school te verschuiven. En vanuit de code Goed Bestuur nemen we onze verantwoordelijkheid voor de regio waar onze scholen instaan. Anders pakken we het probleem niet aan.”
Opleiding
De besturen pakken het nu groots aan door gezamenlijk te adverteren in de regionale media. Door de krachten te bundelen en heldere afspraken te maken, hopen de bestuurders de gaten in hun regio op te vullen. “Of het nu lukt of niet lukt: niets doen is geen optie. We moeten dingen doorbreken”, vindt De Bruin.
In navolging van een goed voorbeeld van Stichting Leerrijk! gebeurt dat straks ook met een op maat gemaakte opleiding van Avans+, waarvan de besturen gebruik gaan maken. Leerkrachtondersteuners die afgestudeerd zijn, krijgen dan op basis van toekomstig personeelsverloop een baan aangeboden in het basisonderwijs. Zij moeten voor tenminste 0,6 fte werkzaam in het onderwijs om zich aan te kunnen melden voor de opleiding. In deze tweejarige PABO-opleiding (die geaccrediteerd is) worden zij klaargestoomd om voor de klas te staan. Hiermee hoopt De Bruin ook een oplossing te hebben voor toekomstige vacatures. De bedoeling is dat een klas met 15 leerkrachtondersteuners in 2024 start. Verder werkt Willem van Oranje samen binnen de gezamenlijke Opleidingsschool Rivierenland voor het voortgezet onderwijs met twee andere VO-besturen. Hier begeleiden zij jaarlijks zo’n tachtig studenten en dat is volgens De Bruin al erg succesvol. Daarom volgens hem nogmaals de oproep: “Overheid, zorg dat je dit soort initiatieven faciliteert, in plaats van dat je van bovenaf een construct oplegt waar niemand op zit te wachten.”
Samen besturen
Deze pagina is onderdeel van ons domein Samen besturen. Verus wil randvoorwaarden scheppen voor geïnspireerd goed onderwijs. Dat doen we door betrokken te zijn bij elkaar en samen te verbinden als gemeenschap, met begrip voor de positie van leden die in hun eigen leergemeenschap functioneren. Bestuurlijke vraagstukken lossen we samen op, met hulp van collega-bestuurders of een adviseur.