Hoe ben je op dit onderwerp gekomen voor je onderzoek?
“Ik liep al eerder dan mijn afstuderen stage bij Het Mozaïek en dit was voor mij de eerste school waar ik in de praktijk terugzag dat ze expliciet christelijk zijn. Denk aan bijvoorbeeld bidden in de klas of het lezen van (spiegel)verhalen vanuit de methodes Kind op Maandag en Trefwoord. Toch merkte ik dat iedere leerkracht er anders invulling aan gaf. Er ontbrak een eenduidige manier waarop de visie op christelijke identiteit door medewerkers in de praktijk werd gebracht. Toen ben ik met de directie in gesprek gegaan. Helene de Vries, onze directrice, zei ook terecht dat we een christelijke school zijn, maar dat onze visie niet meer past bij de diversiteit onder de leerkrachten en leerlingen. Vroeger was het dé christelijke school in Broek op Langedijk, dus 80% van de populatie was ook christelijk-meelevend. Nu is het imago van een streng christelijke school veranderd in een christelijke school met een open karakter. Er zijn nu ook ouders die de school kiezen om andere redenen dan de identiteit. Daarom kwamen we samen tot de conclusie dat dit een gedegen onderwerp zou zijn voor mijn onderzoek. Daarnaast vind ik het zelf extra interessant aangezien ik ook gelovig ben. Waar ligt de grens tussen je persoonlijke overtuiging en hoe je voor de klas staat?”
Hoe heb je je onderzoek aangepakt?
“Ik heb een combinatie gedaan van twee typen onderzoek: literatuuronderzoek en interviews in de praktijk. Ik ben begonnen met het literatuuronderzoek, met als reden dat als ik meer in de stof zou zitten, ik ook de interviews met deze kennis in mijn achterhoofd kon houden. Het maakte het makkelijker voor mij om de zaken die collega’s vertelden, te koppelen aan literatuur. Daarnaast hielp de achtergrondkennis ook bij het bepalen van wat ik uit de interviews wilde halen en welke vragen ik ging stellen. Zo heb ik me specifiek gefocust op het primair onderwijs met visies gerelateerd aan levensbeschouwingen en de veranderingen van schoolvisies. Daarbij heb ik een factsheet gemaakt met wat kan helpen om schoolteams te betrekken bij een visieverandering. Bij een visieverandering is er altijd een change agent, degene die de visieverandering begint en leidt. In dit specifieke onderzoek is dat de directie van Het Mozaïek. Maar het kan ook iemand zijn die extern wordt ingehuurd of aangesteld binnen het team.
Bij de interviews heb ik bewust vragen opgesteld waaruit antwoorden voortkwamen over wat medewerkers van de huidige schoolvisie vinden in relatie tot de levensbeschouwelijke achtergrond van de school. Hierbij ging ik onder meer in op het curriculum, de didactiek, het schoolklimaat en de betrokkenheid van het team. Wat gaat goed? Wat kan beter? Hoe ervaren teamleden de betrokkenheid? Hoe vinden zij dat de directie omgaat met hun input?”
Kun je wat meer vertellen over de helpende factoren om teams te betrekken bij de visieverandering?
“Zelf zou ik bij ons op school een driedeling in de factoren maken die helpen bij de betrokkenheid bij een visieverandering.
- Intrinsieke motivatie van de change agent: wat is de voornaamste reden dat je iets wil veranderen? Je hoort weleens over interventieprogramma’s die goed klinken, maar er is niemand op school die zich daar hard voor maakt. Op Het Mozaïek werd het team steeds groter, er kwamen steeds meer werkgroepen en zaken die spelen. Dan is het belangrijk om als directie bij deze verandering in het achterhoofd te houden: waarom doen we dit? Wat wil ik bereiken? Wat is het einddoel?
- Gedeelde verantwoordelijkheid: om medewerkers concreet te betrekken, moet je hen bij elke stap in een veranderproces meenemen. Daarbij is duidelijke communicatie van groot belang. Waarom doen we dit? Wanneer? En wat hebben jullie eraan? Door iedereen een rol of stem te geven, creëer je een gedeelde verantwoordelijkheid. Dit moet je in het gehele proces blijven doen, omdat er zoveel diversiteit is in denkbeelden van leerkrachten. Ieder ziet goed onderwijs anders voor zich. Bij elke stap check je of je nog iedereen aan boord hebt. Daar draait het uiteindelijk om. Je team moet de verandering doorvoeren in de praktijk, dus moet je hen ook de kans geven een bijdrage te leveren.
- Levensbeschouwelijk speelveld: tot slot moet je het levensbeschouwelijk speelveld kennen om te bepalen waar jouw school in dit speelveld staat. Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden, maar sta stil bij welke christelijke visie je gebruikt. Is het een traditionele visie waarbij de basis onveranderlijk is of spelen christelijke waarden mee die door de schoolcontext kunnen worden beïnvloed? En op welke manier kijk je als school tegen deze visie aan als het gaat om implementatie in de praktijk? Het is van belang dat je dit als directie in kaart brengt: geef je vanuit het christendom les, gebruik je de normen en waarden vanuit het geloof of zet je het juist in perspectief met andere levensbeschouwingen?
Je bent in interviews in gesprek gegaan met de medewerkers van de school. Hoe keken zij tegen de schoolvisie aan?
“Over de concrete methodes die op school worden gebruikt, is het team over het algemeen positief. Zo zorgt dit volgens hen voor verbinding en laat het leerlingen nadenken over thema’s als vriendschap en zorg dragen voor elkaar. Het biedt aanleiding om het gesprek aan te gaan in de klas. Maar als je kijkt naar verbeterpunten op de schoolvisie, zit daar wel een groter verschil. Zo vinden sommige leerkrachten dat we juist meer vanuit de Bijbel moeten werken en dat dit nog explicieter mag. Anderen vinden juist dat er te veel aandacht is voor het geloof en willen een grotere focus op diversiteit in levensbeschouwing. Een groot deel van het team noemt het gebruik van christelijke normen en waarden als iets waar zij achter staan, al is het de vraag wat precies het verschil is tussen christelijke en niet-christelijke normen en waarden.
Verder is er een verschil in het gevoel van betrokkenheid. Aan de ene kant is er een groep leerkrachten en medewerkers die zich echt betrokken voelt bij beleidsveranderingen en werkgroepen, terwijl er ook een deel is dat zich niet gehoord voelt of juist meer inbreng wil. Sommigen zouden meer betrokkenheid van de directie willen zien in de dagelijkse lespraktijk. Het interessante was dat de teamleden die zich betrokken voelden, veelal lid waren van de MR of in een werkgroep voor bijvoorbeeld nieuwe methodes zaten. Voor de zomervakantie is dit thema opgepakt door in kleine groepjes het gesprek aan te gaan. Er is daarbij vooral gefocust op de omgang met het personeel en welke ideeën er voor onderlinge verbinding zijn. Er is nu bijvoorbeeld al voor startende leerkrachten een soort van buddy-systeem ingesteld waarbij je een maatje krijgt binnen de school. Bij deze collega kun je vragen stellen, gewoon even kletsen over hoe het gaat en hulp krijgen. Dat vind ik persoonlijk heel prettig: het zorgt ervoor dat je er niet alleen voor staat.”
Jij hebt een basis met helpende factoren voor visieverandering aangeleverd. Hoe gaat het nu verder?
“Ik heb voor de vakantie de resultaten van mijn onderzoek gedeeld en hoe dit in de praktijk bruikbaar is. Er is nu een werkgroep ‘Beleid en identiteit’ opgezet, waar we na de verdere interne bespreking van de resultaten mee aan de slag gaan. Deze werkgroep zal dus met de uiteindelijke visieverandering aan de slag gaan. “
Download hier de factsheet van het onderzoek van Tirza
Voor de volledige these kun je een mail sturen naar Tirza de Jong via [email protected].
Wat kan Verus voor jou betekenen?
Adviseurs van Verus staan je graag bij in het aanscherpen of herformuleren van je levensbeschouwelijke visie op goed onderwijs. Wil je een keertje peilen wat er mogelijk is? Neem dan contact op met Jacomijn van der Kooij.
Verder organiseren we binnenkort ook onze Identiteitsdag, die geheel in het teken staan van diversiteit in het bijzonder onderwijs. Welke rol speelt levensbeschouwing bij het omgaan met diversiteit op school? Welke dilemma’s, kansen en mooie praktijken zien we als het gaat om levensbeschouwelijke en seksuele verschillen? Op deze vragen gaan we dieper in tijdens deze dag op 29 november a.s. Ben jij erbij?
Samen geloven
Deze pagina is onderdeel van ons domein Samen geloven. Verus laat zich inspireren door het christelijke geloof. Dit geloof verbindt ons en draagt bij aan een inclusieve samenleving met verschillende visies op goed (samen)leven. Onze christelijke waarden kleuren het perspectief waarmee we naar de samenleving, het onderwijs en relaties kijken.