Heel veel Kamerleden winden zich op over het grote aantal thuiszitters. Het doel van passend onderwijs was immers: nul thuiszitters. En dat was voor veel partijen vijf jaar geleden de reden om voor het wetsvoorstel te stemmen. Maar destijds waren er 15.049 thuiszitters, en eind 2019 telde men er 14.897.
Aantal thuiszitters halveren
Kamerleden Beertema (PVV) en Van Meenen (D66) dienden een motie in om de regering met een actieplan te laten komen om nog voor het einde van de regeerperiode het aantal thuiszitters ten minste te halveren.
Thuiszitters in kaart
De Kamer nam ook een motie van Kwint (SP), Westerveld (GL), Van den Hul (PvdA) en Van Meenen aan om de huidige thuiszittersproblematiek regionaal in kaart te brengen en te categoriseren naar redenen van thuiszitten en ondersteuningsvraag. Nogal een klus, want aan deze motie zit ook de opdracht vast ervoor zorg te dragen dat in samenspraak met betrokken partijen alle dossiers van thuiszitters opnieuw bekeken worden, met als doel samen een passende plek in het onderwijs te vinden
Ontschotting zorg- en onderwijsmiddelen
Het feit dat onderwijs te maken heeft met verschillende potten geld (namelijk onderwijs- en zorgmiddelen) zorgt voor veel bureaucratie. Van Meenen diende twee moties in, één om de middelen voor onderwijs en voor ondersteuning en zorg in onderwijs te ontschotten. Een andere om het mogelijk te maken pilots te starten rond ontschotting van deze gelden. Beide zijn aangenomen.
Doorzettingsmacht met spoed
Doorzettingsmacht moet wat de Kamer betreft nu ook met spoed geregeld worden. De leden namen een motie van Heerema (VVD) aan om nog vóór 1 oktober 2020 een concreet wetsvoorstel naar de Kamer te sturen.