Dat laatste is het geval op basisschool De Octopus in Diemen, onderdeel van Stichting Florente. Vijf meiden uit groep 7 namen het initiatief tot een kinderprotest in het kader van Black Lives Matter. Voor directeur Jan Metgod was het snel duidelijk dat de school zich hier achter moest scharen, ook al leeft het thema niet bij alle leerlingen van zijn multiculturele school even sterk.
De leerkracht sprak het plan door met de initiatiefnemers, waarna de meiden onder begeleiding van enkele ouders naar het gemeentehuis togen om de organisatie rond te krijgen. Wat Metgod betreft, is dit een mooi staaltje burgerschapsvorming waar de betreffende leerlingen en de school trots op zijn.
Verleden werkt door
Voor Johan van de Merbel, leerkracht op christelijke basisschool Oleanderhof in Arnemuiden, maken de recente protesten weer eens duidelijk hoezeer het verleden van racisme en slavernij nog steeds doorwerkt in het heden. Als pabostudent onderzocht hij in 2004 hoe het Zeeuwse slavernijverleden een plek kon krijgen in het geschiedenisonderwijs. Tijdens een bezoek met medestudenten aan een slavernijtentoonstelling in Rotterdam wierp een geëmotioneerde zwarte bezoeker hen voor de voeten dat hun voorouders dit op hun geweten hadden.
“Ook nu merk je weer hoe diep het nog steeds zit en moet je concluderen dat we nog onvoldoende erkennen hoezeer dat verleden doorwerkt.” Bij zijn overwegend witte leerlingen probeert hij die erkenning en empathie te stimuleren. Dat doet hij onder andere door hun beelden van slavernijmonumenten uit de hele wereld te laten zien en met hen te bespreken wat die uitdrukken. “Toen leerlingen pas de link legden met de manier waarop zwarte mensen Zwarte Piet kunnen ervaren, dacht ik: nu begrijpen ze dat het nog steeds doorwerkt.”
Ook de actualiteit sterkt hem in de overtuiging dat slavernij en racisme juist ook in een overwegend witte klas belangrijke thema’s moeten zijn. “Daar moet je in iedere klas aandacht aan besteden, want het gaat om de vraag: hoe treed je je medemens tegemoet.”
Alternatieve tijdbalk
In een bericht op de site van de PO-Raad vertelt directeur Marcel Wevers van katholieke basisschool De Ark van Noach in IJsselstein hoe de vraag van een vader om structureel aandacht te besteden aan racisme, hem aan het denken heeft gezet. Dat heeft onder meer geresulteerd in aanpassingen in het lesprogramma. Zo gaat de school in het geschiedenisonderwijs werken met een alternatieve tijdbalk van The Black Archives. Maar het heeft ook geleid tot intensieve gesprekken in het team. “Als we onze kinderen leren racisme en discriminatie af te wijzen en willen dat ze écht naar een ander luisteren, dan moeten we dat zelf ook doen.”
Verbroken ketenen
Basisschool Onze Wereld in Amsterdam-Zuidoost deed mee met het programma ‘Erfgoedmakers: Afschaffing Slavernij’ van Imagine IC, een instelling in hetzelfde stadsdeel die mensen met elkaar in gesprek brengt over de vraag wat waardevol erfgoed is. De groepen 7 en 8 van scholen in verschillende Amsterdamse stadsdelen delen hun verhalen en emoties aan de hand van een ontbijtbord waarop in de stijl van het traditionele boerenbont verbroken ketenen en bebloede handen als symbolen van slavernij te zien zijn.
Met behulp van de methode Emotienetwerken biedt het programma ruimte aan de uiteenlopende, soms botsende emoties die zo’n voorwerp kan oproepen. Aan het begin van het programma geven de leerlingen hun gevoelens weer met behulp van emoji’s. Daarna gaan ze in groepjes met elkaar in gesprek en leren ze meer over het thema. Ten slotte kiezen ze opnieuw een emoji die hun gevoel het best weergeeft en gaat het gesprek over vragen als: is je gevoel veranderd, welk verhaal of welke informatie heeft nieuwe inzichten gegeven, wat is in dit stuk geschiedenis van waarde voor nu, en als het voor een ander waardevol is, is het dat dan ook voor jou?
Bewustwording
Onze Wereld, een school met veel zwarte leerlingen, was al langer ontevreden met de geringe aandacht voor de slavernij in geschiedenismethode. Al enige jaren organiseert ze daarom rond Ketikoti een projectweek die in het teken van vrijheid staat. Het project van Imagine IC is daarop een welkome aanvulling. “Het feit dat het een uitwisseling is tussen twee Amsterdamse scholen met verschillende leerlingenpopulaties, maakt het voor beide groepen heel waardevol”, zegt adjunct-directeur Mia O’Niel.
“Daardoor maken ze kennis met verschillende perspectieven. Voor onze leerlingen is het heel belangrijk dat ze hun leeftijdgenoten van de andere school veel kunnen vertellen over de geschiedenis van de slavernij. Dat ze zo bijdragen aan bewustwording, doet hun zelfvertrouwen groeien. Aan het einde van de dag is de conclusie dat het hier gaat om gemeenschappelijke geschiedenis waar sommige leerlingen veel en andere nog weinig van weten.”
Imagine IC laat Verus-leden graag kennismaken met haar methode om een thema als slavernij in de klas te bespreken. Leraren in het po kunnen zich voor een kosteloze docentensessie op locatie in Amsterdam-Zuidoost aanmelden bij Eline Minnaar-Kuiper, [email protected]. Wees er snel bij, want het aantal plaatsen is beperkt!