Publicatie-
datum:

19 maart 2020

Publicatiedatum: 19 maart 2020
Burgerschap Identiteit Onderwijs en samenleving

Waarom hebben jullie gekozen voor de term ‘weerbaarheid’ en niet voor ‘kennis’ of ‘vaardigheid’?

“We hebben hier heel lang over nagedacht. Ik overwoog cyber awareness, maar dat klinkt wel ver weg en wordt snel gelinkt aan hackers. Het begrip weerbaarheid komt dichterbij en we kunnen er zowel de technische als de gedragsmatige component in kwijt.

Een practoraat onderzoekt en innoveert. Dat doe ik niet alleen, er zijn ook twee kenniskringen van docentenonderzoekers. Het practoraat kent twee dimensies: digitale weerbaarheid in de maatschappij - digitaal burgerschap- en digitale weerbaarheid in het beroep. Wij brengen in kaart wat dat betekent voor specifieke beroepscontexten. Zoals de verzorgende die te maken krijgt met privacygevoelige gegevens en werkt met bijvoorbeeld ouderen die van digitale systemen gebruik moeten maken, daar alleen niet uitkomen en op die manier kwetsbaar zijn. Wij leren onze studenten signaleren en in gesprek gaan.”

Hoe digitaal weerbaar zijn uw studenten eigenlijk?

“Daar is echt veel in te verbeteren. Ze vinden privacy allemaal wel belangrijk, maar echt maatregelen treffen doen ze nauwelijks. Zoals rondom hun wachtwoorden. Een voorbeeld: ze schaffen een Netflix-account aan en delen dat met vier mensen, dat is voordelig. Maar zo’n account is gekoppeld aan een emailadres en wachtwoord. Dat delen ze klakkeloos. Dezelfde combinatie geeft toegang tot bijvoorbeeld hun instagramaccount. Er ontstaat onenigheid en hup, het account is gehackt… Veel van deze studenten zijn heel vaardig, maar zich onvoldoende bewust van risico’s.

Terwijl, 16% van mijn studenten gaf in een enquete onder aan slachtoffer te zijn geweest van digitale criminaliteit zoals whatsapp hulpvraagfraude, marktplaatsfraude of inbraak op een account.”

In de rede die u hield in december, legt u ook de verbinding met het practoraat Brede Vorming.

“Ja, daar hangt digitaal burgerschap natuurlijk nauw mee samen. We willen met studenten nadenken over hun online principes en normen, hun online omgangsvormen. Digitaal lijken we ons in een heel andere wereld te bevinden, is er een ander besef van wat er wel kan en wat er niet kan. In de digitale wereld is alles gelijkwaardig aan elkaar. Ik bedoel: in interactie is er normaal een functionele afstand, tot je docent bijvoorbeeld, maar online kun je alles maar roepen en zeggen. We helpen de docenten Burgerschap hier met jongeren over te praten.”

Over gedrag gesproken: zijn er veel studenten die balen van de intensiteit van hun eigen smartphonegebruik?

“Ja, dat is ook een vraag die we stellen: Wat is een gezonde relatie met je smartphone en hoe kom je tot zo’n gezonde relatie? 43% geeft zelf aan de smartphone teveel te gebruiken.

10% ervaart klachten als slecht slapen en minder goed concentreren en daarbij geholpen te willen worden.

Wij vinden dat studenten daarbij ondersteuning moeten krijgen, van hun ouders en het onderwijs. Het zelfregulerend vermogen is op deze leeftijd ook nog niet volledig ontwikkeld dus om 22 uur naar bed willen en daarom om 21 uur die mobiel in een la leggen, dat is nog niet zo gemakkelijk.

Vorig jaar organiseerden we April op Stil: Jongeren stopten hun mobiel twee weken lang in een kluis. De kick off voor dit jaar stond gepland op 31 maart. Maarja, door de coronacrisis staat alles stil…”

Hoe vonden ze dat, twee weken zonder mobiel?

“Het was heel bijzonder. Sommige studenten zeiden: Ik had mijn ouders willen opgeven, díe zitten pas teveel op hun telefoon. Ouders ervaarden dat ze hun kind weer terug hadden. Studenten sliepen beter, voelden zich uitgerust…

Als practoraat hebben we trouwens de Data detox kit helpen ontwikkelen. Die is ook zeer geschikt voor het voortgezet onderwijs. De kit is online beschikbaar maar veel leuker in de papieren variant: ’t Is een set kaarten die je bewustmaakt van je digitale voetafdruk en je privacy.”

Meer informatie over het practoraat Digitale weerbaarheid vind je hier

Gerelateerde berichten