Ouderbetrokkenheid is hier geworteld in de organisatie: het is vanzelfsprekend dat ouders en leraar tijdens een schooljaar regelmatig contact hebben, zowel op school als bij het kind thuis. “Alle leerkrachten binnen het team hechten eraan,” zegt Van Groenendaal. “Het is onderdeel van onze visie op onderwijs. Belangrijk daarbij is dat school en thuis geen gescheiden werelden zijn voor het kind, maar een geheel vormen. Hiervoor moet een leerkracht in beeld hebben hoe het kind thuis leeft en een goede relatie met de ouders opbouwen.” Gelijkwaardigheid is daarbij het motto volgens de schoolleider. Immers: ouders kennen hun kind het beste. Een leerkracht daarentegen is vakinhoudelijk en in pedagogisch opzicht de specialist. “Samen kunnen ze elkaar versterken.”
Boze ouders
De school probeert zich zo goed mogelijk te verplaatsen in de ouders, vanuit de insteek dat beide partijen hetzelfde belang dienen, namelijk dat van het kind. Daarbij is ook ruimte voor negatieve emoties, zoals boosheid, legt Van Groenendaal uit. “Stel dat hier een ouder op hoge poten binnenkomt, om verhaal te halen over iets wat er op school is gebeurd, dan gaan wij ervan uit dat er altijd iets ónder zo’n emotie zit. Juist dat proberen we boven water te krijgen.”
Dat betekent niet dat er geen grenzen zijn, zegt ze. “Maar het zal voor ons nooit een reden zijn om het contact stop te zetten. We zullen altijd in gesprek blijven, ook al is dat soms op een wat later moment. Want een ouder laten vallen, is ook een kind laten vallen.” Daarbij maken mensen soms heftige dingen mee in hun privésituatie, zoals echtscheidingen, geldproblemen en uithuiszettingen, weet de schoolleider. “Logisch dat ouders dan emotioneel kunnen reageren op situaties.”
Lievelingsboek
Dat leerkrachten aan het begin van elk schooljaar op huisbezoek bij het kind gaan, betekent veel voor de relatie, zegt ze. “Het zorgt ervoor dat een leerkracht een bekende van het gezin wordt, en dat het ijs aan alle kanten gebroken wordt. Ouders ervaren het als iets heel fijns en laten dat ook merken. Zo halen ze vaak iets lekkers in huis of ze bakken zelf iets. En ook de kinderen genieten ervan dat hun juf of meester er is: zij kunnen niet wachten om bijvoorbeeld hun lievelingsspeelgoed of -boek te laten zien.”
Kind beter begrijpen
Tijdens de gesprekken gaat het weliswaar over de ontwikkeling van het kind, aldus Van Groenendaal. “Maar dat is niet het hoofddoel. Door met elkaar te delen waar je tegenaan loopt, ontstaat er een vertrouwensband. Voor ouders is het een manier om de mens achter de leerkracht te leren kennen en de leerkracht krijgt omgekeerd ook dingen duidelijk, zoals de waarden van het gezin. Daardoor is hij of zij beter in staat dingen van het kind te begrijpen.” Ook leert een leerkracht het kind soms van een heel andere kant kennen, weet ze. “Dan blijkt het thuis ineens best pittig te zijn, terwijl hij of zij op school heel bedeesd is. Dat soort zaken neemt een leraar dan toch weer mooi mee de klas in.”
Lastige situaties
Tijdens het hele schooljaar blijven ouders en school verder met elkaar in gesprek over de ontwikkeling van het kind. Zo is er aan het begin van het schooljaar nog het kennismakingsgesprek, met daarnaast de regulieren rapportmomenten en informatieavonden, maar ook de informele contacten zoals tijdens het halen en brengen zijn belangrijk. Van Groenendaal: “Door te bouwen aan de relatie kan die ook een stootje hebben, ook als er lastige situaties ontstaan.” Zij denkt dan ook niet dat het werkdrukverhogend is om te investeren in ouderbetrokkenheid. “Het ontlast juist op de lange termijn, omdat grote problemen er door voorkomen worden.”
Eerlijkheid
Het is daarbij ook belangrijk om eerlijk te zijn naar elkaar, zegt ze. Ook met bijvoorbeeld passend onderwijs. “We proberen altijd duidelijk te zijn over wat we kunnen bieden. Daarbij is er ruimte voor discussie en mogen ouders ook hun zorgen en twijfels uiten. Over elk aspect van de ontwikkeling van het kind wordt met hen gesproken. Dat leidt ertoe dat zij uiteindelijk niet voor verrassingen komen te staan.” Ze zegt het lastig te vinden dat ouders de school momenteel niet in mogen. “Het voelt heel onnatuurlijk hen nu minder te zien en spreken. Maar juist doordat de vertrouwensband er is, weten ze ons over het algemeen gelukkig toch te vinden als er iets is.”
Don Sarto is een van de zes voorbeeldscholen uit het rapport Pedagogisch Partnerschap bij Passend Onderwijs dat onderzoeksbureau Sardes voor Verus verrichtte. Een van de conclusies uit dit rapport is dat alle scholen baat hebben bij ouderbetrokkenheid, ook als er geen extra behoeften bij een kind zijn.