Het plan voor de herstart lag er al voordat premier Rutte vorige week woensdag de definitieve go gaf voor de heropening van de VO-scholen. Direct de dag erna stak Gijsbert van der Beek de koppen bij elkaar met het management en zijn hoofdconciërge voor de praktische uitvoering. “Nu de eindexamenkandidaten er niet meer zijn hebben we nog zo’n 900 leerlingen voor mavo, havo, vwo. Daarvan halen we er elke dag 300, ofwel een derde de klas in. Dat betekent dat we alle klassen in drie groepen verdelen, die elk eens in de drie dagen op school zijn. De twee dagen dat leerlingen er niet zijn, volgen ze steeds online les. Het klassikale onderwijs dat de docenten geven, wordt namelijk live gestreamd.”
Persoonlijk gesprek
Van der Beek schetst hoe de planning er verder inhoudelijk uitziet: “De eerste week dat onze leerlingen er weer zijn, vanaf 2 juni, willen we vooral gebruiken om te kijken hoe het met hen gaat. Ze krijgen allemaal een persoonlijk gesprek met hun mentor waarin wordt besproken waar ze staan en hoe ze erbij zitten. Vanaf de tweede week gaan we vrijwel het normale rooster draaien en alle vakken weer als vanouds geven. Dat is ook echt een beslissing die we gemaakt hebben: we willen kwaliteit bieden en nog zoveel mogelijk doen voor de zomervakantie.”
Anderhalve meter afstand

Anders dan bij het primair onderwijs moeten VO-scholen rekening houden met de anderhalve meter afstand die jongeren onderling moeten houden. Hoe het Altena College dat praktisch voor elkaar krijgt? De schoolleider: “We hebben het geluk dat we vijf ingangen hebben in het gebouw. Die waren niet allemaal als zodanig in gebruik, daar hebben we wel wat aanpassingen voor moeten doen. Zo was er een deur die we alleen als uitgang gebruikten, daar moest dus een klink aan de buitenkant opkomen. Met die vijf ingangen zijn we in staat de toestroom van leerlingen goed te verdelen.”
Verder blijven de leerlingen de hele dag zoveel mogelijk in hetzelfde lokaal, en zijn het de leraren die gaan switchen, legt hij uit. “Met pijlen hebben we de looproutes uitgezet, in één richting zodat de stromen elkaar niet kruisen. Alle leerlingen hebben per mail gehoord welke ingang ze moeten hebben. Ook hun fiets komt bij die deur te staan, zodat daar tevens spreiding in zit.”
Gymzaal en aula’s
“We benutten het gebouw zo goed mogelijk. Daarom hebben we ook de gymzaal en één van de aula’s als lesruimtes ingericht, om voor sommige vakken ook grotere groepen kwijt te kunnen. We hebben als het ware deelzones gemaakt: zelfs als leerlingen wél moeten wisselen van lokaal, zoals de clusterklassen die niet steeds dezelfde samenstelling hebben, zal dat slechts een paar lokalen verderop zijn, zodat ze zo min mogelijk door de gangen hoeven lopen. De gymlessen doen we overigens buiten.”
Geen garanties
Toch zal uit de praktijk moeten blijken of de maatregelen ook echt werken, zegt Van der Beek. “We proberen het zo goed mogelijk te doen, maar dat iedereen steeds anderhalve meter uit elkaar blijft, kunnen we natuurlijk niet honderd procent garanderen. De grootste uitdaging is het gedrag van onze leerlingen zelf. Hoe gaan zij zich eraan houden? Ze zijn straks blij om elkaar te zien, het zijn pubers; die willen niets liever dan lekker naar elkaar toe trekken. We zullen hen steeds waarschuwen en ze scherp houden op de regels, want het is belangrijk dat iedereen ze in acht blijft nemen. Ook voor onze docenten.”
Sommigen van hen zijn wat angstig om weer voor de klas te staan, met name enkele medewerkers uit de kwetsbare groep, vertelt hij. “Een iemand heeft een auto-immuun ziekte, een ander is astmatisch. Voor hen hebben we een mooie oplossing gevonden. Zij geven vanuit huis via Teams afstandsonderwijs. Het gedeelte van de klas dat die dag op school is, volgt de les dan op het digibord, onder begeleiding van een toezichthouder. Het andere deel dat thuis zit, kan de les ook online volgen.”
Online streamen
Omdat ook de klassikale lessen steeds online gestreamd worden voor de leerlingen die thuis zijn, heeft de school ‘een lading’ camera’s en webcams aangeschaft. Van der Beek: “Want die hadden we nog niet in de lokalen. Verder hebben we natuurlijk alle andere benodigde materialen ingekocht: de desinfecterende middelen, doekjes en alles.” Ondanks dat de heropening een hele organisatie is, kijkt hij er vooral naar uit alle leerlingen weer terug te zien op school. “Onderwijs blijft toch een sociaal proces en daarvoor is het belangrijk elkaar face to face te zien. Als team zijn wij blij dat dit nu weer kan.”