Dit maakten onderwijsministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob vandaag tijdens een persconferentie bekend. Vanuit dit Nationaal Programma gaat 6 miljard euro naar het po en vo, dat is bedoeld om de ‘achterstanden die door corona in het onderwijs zijn opgelopen’ te repareren. Zo krijgt iedere school een eigen School Programma, krijgen schoolteams en leraren een belangrijke rol (die vergelijkbaar is met de werkdrukgelden systematiek). En vraagt het kabinet ook aan po en vo scholen om leerlingen (indien nodig) de komende zomer en buiten reguliere lestijden extra hulp en bijles te geven.
De leerling staat centraal in dit plan, niet het systeem. Zo kunnen scholen zelf keuzes maken ten aanzien van de lesstof om onderwijstijd dit schooljaar optimaal te benutten. Zo kan het ook voorkomen dat scholen en leraren ervoor kiezen om bepaalde lesstof naar het volgende leerjaar te verschuiven óf meer focus aan te brengen op bepaalde stof. De basisscholen ontvangen komend schooljaar gemiddeld 180.000 euro. Voor de middelbare scholen gaat dit om ruim 1,3 miljoen euro per school.
Door de forse investering vinden beide ministers het belangrijk dat de middelen doelmatig worden besteed. Zo is de bedoeling dat scholen in het po, vo en speciaal onderwijs voor hun schoolprogramma kunnen kiezen uit een ‘catalogus’ van effectieve interventies. Hierbij krijgen zij ook inhoudelijke ondersteuning, passend bij hun situatie. De exacte inhoud van deze effectieve interventies is nog niet bekend. Maar Verus pleit er in elk geval voor dat er oog moet zijn voor het pedagogisch en levensbeschouwelijk profiel van scholen.
Acties en speciale groepen
Ook is in de kamerbrief te lezen dat er specifieke acties op korte termijn worden uitgevoerd. Denk aan de aandacht voor voorschoolse educatie, de overgang tussen het voortgezet en mbo of hoger onderwijs die specifieke aandacht vraagt en het in goede banen leiden van de instroom van nieuwe studenten.
Er worden daarnaast maatregelen genomen voor het speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs, nieuwkomers en de scholen in het Caribisch Nederland. Zo wordt het budget van de samenwerkingsverbanden verhoogd omdat leerlingen naar verwachting langer in het praktijkonderwijs en speciaal onderwijs naar school gaan. De aanvullende bekostiging van nieuwkomers wordt tijdens de looptijd van het Nationaal Programma verlengd en in overleg met onderwijspartner in het Caribisch gebied worden daar passende maatregelen genomen. Verus schreef ook eerder al over de fragiele onderwijssituatie op het eiland Curaçao.
Mbo, hbo en universiteit
Verder krijgen het mbo en hoger onderwijs een steuntje in de rug van het kabinet. Zo krijgt onder meer iedere student volgend jaar vijftig procent korting op het college,- of lesgeld. Eveneens krijgen studenten die het recht op hun aanvullende beurs en studiefinanciering verliezen, een tegemoetkoming. Studenten die vertraging oplopen, mogen ook 12 maanden extra gebruik van hun studenten ov-chipkaart.
Tot slot wordt er in het plan gefocust op meer begeleiding van studenten en meer fysiek onderwijs. Dit is volgens het kabinet namelijk de cruciale factor om verdere vertragingen in het mbo en hoger onderwijs te voorkomen. Ook komt er een structureel bedrag van 645 miljoen euro, naast de 8,5 miljard, vrij om hogescholen en universiteiten te ondersteunen bij de enorme toeloop van studenten die vanwege corona niet kiezen voor een tussenjaar of wereldreis. Dit extra geld moet ervoor zorgen dat er extra onderwijsprofessionals in dienst komen en de werkdruk afneemt.
Lees hier alles over het Nationaal Programma Onderwijs.