Denktank wil ander geluid laten horen: ‘Minder over achterstanden, meer over aansluiting zoeken bij leerlingen en studenten’

Het Rijk heeft enkele weken geleden met het Nationaal Programma Onderwijs een fors bedrag beschikbaar gesteld voor het wegwerken van achterstanden in het onderwijs. Dit bedrag moet binnen 2,5 jaar worden ingezet en besteed, in de hoop dat scholen na die tijd de eventuele achterstanden hebben ingehaald. Maar dit programma leverde in de onderwijswereld behoorlijk wat vraagstukken op. Daarom werd de Denktank in het leven geroepen.

‘’Het ging om organisatorische vraagstukken als: wie krijgt het geld?’’, laat Van Dijk weten. ‘’Maar belangrijker was de vraag: wat wordt er precies van ons verwacht met die hele hoop geld, die we in korte tijd moeten wegzetten? Er wordt uitgegaan van achterstanden? Ten opzichte van wie? Wordt alleen maar gekeken naar de kwalificatie? Op sommige gebieden hebben leerlingen en studenten misschien zelfs een voorsprong.’’

Daarnaast gaat het volgens Van Dijk te veel over kwalificatie als er wordt gepraat over achterstanden, terwijl er nog veel meer taken bij het onderwijs liggen. ‘’Je hebt naast kwalificatie ook nog socialisatie en persoonsvorming, zoals in de drieslag van Biesta is beschreven. De huidige benadering van een extra bak geld op tafel leggen dan lossen we het probleem wel even op, gaat uit van een maakbaarheidsgedachte, waar wij onze vraagtekens bij zetten’’, licht hij toe.

De Denktank buigt zich over vraagstukken of dit wel het goede uitgangspunt is om de belangrijkste personen – de leerlingen en studenten – in het onderwijs te helpen. ‘’We willen met elkaar het gesprek aangaan om te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat we een benadering gaan kiezen die onze leerlingen echt op weg helpen. We willen ons niet afzetten tegen de po-, en vo-raad, maar wel een ander geluid laten horen.’’

Daarom gaat de Denktank gezamenlijk aan de slag om elkaar te helpen. ‘’Denk aan het uitwisselen van ideeën wat we gaan doen met het bedrag, het van elkaar leren, waar we tegenaan lopen en wat goed of slecht gaat. We willen ons met elkaar verenigen in de zoektocht om het goede te doen voor onze leerlingen.’’

Van Dijk benadrukt dat de Denktank absoluut niet de illusie heeft dat Den Haag alles uit de handen laat vallen zodra de Denktank een ander geluid laat horen. Maar volgens hem is het bijzonder onderwijs wel gezamenlijk groter dan andere vormen van onderwijs, waarmee toch een mate van invloed mogelijk is. ‘’Individueel red je dit sowieso niet, maar door de krachten te bundelen maak je wel meer kans.’’

De benadering die bij de Denktank voornamelijk terugkomt, is het afstand nemen van het achterstandenbeleid. Van Dijk praat liever over aansluiting. ‘’Het zoeken van aansluiting bij onze leerlingen, zodat zij centraal staan in hun ontwikkeling. Om te zorgen dat zij goed contact kunnen maken met hun omgeving, de samenleving, hun vervolgopleiding en gang naar de arbeidsmarkt. En andersom.’’

Deze week praat de Denktank verder over de vervolgstappen en wordt er met elkaar bepraat over welke kant ze precies opgaan. Van Dijk vermoedt dat er twee fasen zullen zijn, waarbij kort voor de meivakantie iets in de trant van een pamflet naar buiten wordt gebracht. Daarna wordt gedacht aan een publicatie die richting de zomer wordt uitgebracht.

Ook worden andere Verusleden nog nauw betrokken bij de Denktank. ‘’We denken namelijk aan een online bijeenkomst waarbij anderen kunnen vertellen over welke ervaringen, ideeën en voorbeelden zij hebben op hun scholen. Ik proef dat hier ook een groot draagvlak voor is. Op welke manier we dit gaan doen, wordt op een later moment bekendgemaakt’’, aldus Van Dijk.

Zodra er een update is vanuit de Denktank Nationaal Programma Onderwijs, wordt dat op onze website en in onze nieuwsbrief gepubliceerd