Ruim voor afgelopen weekend had het bestuur van de Purmerendse ScholenGroep zich achter de doelstellingen van de staking gesteld en gezegd door te betalen. En toen kwam het bericht dat de staking niet doorging. “Ik handelde direct. Een mail naar alle betrokkenen, fijn dat dit van tafel is”, vertelt Reenalda. “Maar een dag later was alles weer anders. En ik dacht: Wie ben ik nou eigenlijk, als bestuurder? Mijn verantwoordelijkheid is in de eerste plaats: het belang van de leerlingen dienen. En ik heb mensen in dienst die met de leerlingen aan de slag zijn, dus ook voor hen heb ik een verantwoordelijkheid. De vraag kwam bij me op of ik wel goed genoeg zorg voor mijn personeel…”
Waar zit de overheid aan tafel?
Een moeilijke vraag, ja. Maar Reenalda schetst ook een moeilijke situatie. “De cao-onderhandelingen worden gevoerd tussen de bonden en de VO-raad. En dat is eigenlijk een verkeerd model. Wat we daar doen is met z’n allen een koek verdelen die we te klein vinden. Wat we willen is dat de overheid, de financier, met meer geld over de brug komt.”
Structurele weeffout
Ging hij na de chaos van dit weekend nou doorbetalen of niet? “Ja. Ik wil een duidelijk signaal aan mijn personeel afgeven. Ik voel me ook meer aan de kant van de werknemer staan dan aan de kant van de overheid.”
Maar dit is wat Reenalda betreft voorlopig wel de laatste keer. Als Leraren in Actie tot een volgende staking oproept, vindt hij het wel even genoeg geweest. “En dit is dus de structurele weeffout in het systeem: dat we als bestuurders op een plek zitten waar we niet horen. Een speelbal zijn tussen werknemers en overheid. Want als ik bij een eventuele volgende staking besluit niet door te betalen, komt een belangrijk deel van de narigheid op mijn bordje terecht. Als ik niet doorbetaal, ben ik de belichaming van de overheid, en daar baal ik van. Lekker makkelijk voor Den Haag.”
Geen grote boosdoener
Er móet geld bij. En als je onderwijs een topprioriteit noemt en als overheid 11 miljard overhoudt, kom je niet weg met een eenmalige investering van 460 miljoen. Maar een schuldige wil Reenalda ook niet aanwijzen. Hij noemt de manier waarop de VO-raad de situatie aanpakt ‘bewonderenswaardig’. Met de samenwerking tussen de sectorraden is op dit punt ook ‘niks mis’. En de chaos bij de Aob is niet de normale gang van zaken, weet de bestuurder.
Zelfs de overheid is niet alleen de grote boosdoener. “Ook daar wordt het allemaal wel goed bedoeld. Ik hoop vooral dat aan het einde van de stakingsdag docenten zich gehoord en gesteund voelen. Dat we het gevoel kunnen kweken dat we gezamenlijk optrekken. Docenten en besturen. Onderwijs en overheid. We moeten vooral goed in gesprek blijven.”