Publicatie-
datum:

30 maart 2023

Publicatiedatum: 30 maart 2023
Bestuur en samenwerking Samen besturen

Belangrijke elementen uit de afspraken zijn dat er meer tijd wordt genomen om de Regionale Aanpak Toekomst Onderwijsarbeidsmarkt (RATO) te vormen, dat het samenbrengen en versterken van de bestaande partnerschappen zoals RAP en SO&P uitgangspunt zijn en dat bovenbestuurlijk werkgeverschap vooralsnog niet aan de orde is. Verus heeft gemengde gevoelens bij het bereikte akkoord. Het bevat zeker verbeteringen ten opzichte van de eerdere plannen, maar uiteindelijk is het antwoord op de vraag of er een bovenbestuurlijk construct zal ontstaan onbeslist.

Het verdient waardering dat de veldpartijen enkele scherpe kanten van de oorspronkelijke plannen hebben weten af te halen. De enorme tijdsdruk waaronder RATO’s (dit woord komt overigens niet terug in het akkoord, kennelijk is het inmiddels te besmet) tot stand moesten komen was volstrekt irreëel. Dat er nu meer tijd wordt uitgetrokken en gekozen wordt voor een ‘lerende aanpak’ getuigt van meer realiteitszin. Bestaande samenwerkingen worden nu meer als uitgangspunt genomen. Dat doet betrokken partijen recht. Zij hebben er veel energie ingestoken en hebben al veel gerealiseerd.

Doorzettingsmacht

Tegelijkertijd wordt met het akkoord de ingeslagen weg richting een van bovenaf opgelegde bestuurlijke, technocratisch gekleurde laag vervolgd. Een bestuurlijke laag die bovendien mogelijk doorzettingsmacht krijgt. Verus vindt dit, mede in het licht van de ook op andere fronten steeds verder ingeperkte bestuurlijke autonomie, een heilloze weg. Er zijn niet of nauwelijks bestuurders te vinden die enthousiast zijn over de gekozen aanpak, een analyse van (de kansen van) bestaande samenwerkingen ontbreekt en er wordt niet aannemelijk gemaakt dat het nieuwe construct tot betere resultaten leidt. De vraag is of met de stappen die nu worden gezet besturen niet een fuik ingaan, waaruit terugkeer later niet mogelijk blijkt te zijn.

Meewerken aan alternatieven

Dit alles neemt niet weg dat ook Verus ziet dat er sprake is van een serieus probleem. Het lerarentekort is groot, ongelijk verdeeld, heeft grote consequenties en neemt eerder toe dan af. Het is dan ook niet meer dan logisch dat gezocht wordt naar aanvullende oplossingen, inclusief onorthodoxe maatregelen.

Verus is van harte bereid om mee te werken aan alternatieven, vanuit het bestuurlijk commitment dat wij waarnemen bij onze leden. Wij hebben het dan over alternatieven die voortkomen uit de dialoog met schoolbesturen over wat zij vinden dat werkt en over wat zij daarvoor nodig hebben. In gesprekken met leden horen wij over oplossingen die gerelateerd zijn aan flexibiliteit in onderwijstijd, het anders organiseren van de schooldag, waarbij niet alleen leraren een rol hebben. Hiervoor moeten barrières weggenomen worden, en moet (nog) meer ingezet worden op het vasthouden van startende leraren. Daarnaast pleiten wij voor ruimte en waardering voor het pedagogisch vakmanschap van leraren. Juist het kunnen uitoefenen van dit vakmanschap is voor leraren belangrijk en betekenisvolle ruimte daarvoor maakt het beroep aantrekkelijk.

Deze en mogelijke andere alternatieven moeten verder verkend en uitgewerkt worden, maar kunnen rekenen op veel meer draagvlak in het veld, dan het optuigen van bovenbestuurlijke organen als RATO’s, ook al heten ze dan niet meer zo.

Gerelateerde berichten