Het was zo mooi begonnen. Samen met een vriendinnetje had ze een hut gebouwd. Dagen waren ze ermee bezig geweest. Een dak van takken, kasten en tafels van hopen bladeren. Mijn chrysanten werden gekortwiekt en kregen een plekje in de hut ‘want dat staat zo gezellig’. Trots en blij waren ze toen andere kinderen de hut ook mooi bleken te vinden, toen andere kinderen mee wilden spelen. Het was wel wat krap, maar als iedereen gewoon rustig deed en niet te veel bewoog, kon het best. Maar toen, op een dag, zaten er wel 15 kinderen in de hut. Dat was te veel. Er ontstond ruzie: Wie mocht er in? Wie moest buiten blijven? Van wie was de hut nou eigenlijk? Konden ze afspraken maken wie er wanneer inging?
Juf werd erbij gehaald. Maar juf had enkel gezegd dat de dikke tak die het dak van de hut vormde weg moest, want het hek kon het gewicht niet dragen. Als moeder was ik blij dat juf dit gezien had. Voor mijn dochter voelde het echter even alsof juf niet begreep waar het echt om ging. En zo zat ik op de rand van haar bed en hoorde ik het woord ‘ruziehut’.
We praatten er samen over en we zeiden tegen elkaar dat ze er morgen nog eens met juf over moest praten. Het nog eens moest uitleggen. Dat gebeurde. En de kinderen in de klas praatten met elkaar. Ik weet niet precies wat er gezegd is door de kinderen, wat juf gezegd heeft, maar aan het einde van dag was mijn dochter weer blij. Het was opgelost! Er werd een hut bijgebouwd, er kon weer samen gespeeld worden. Ik was nieuwsgierig naar wat er nu precies gezegd en gedaan was. Maar dat was voor mijn dochter niet meer interessant om te vertellen: ‘Het is opgelost, mam!’. Maar ergens is er iets gebeurd in de klas, heeft juf iets gezegd, hebben de kinderen iets gezegd, zijn er perspectieven ingenomen, is er samengewerkt en zijn er oplossingen bedacht.
Dit zijn de dagelijkse schoolzaken, ze gebeuren, zijn eventjes groot, ouders horen ervan en praten erover met hun kinderen, leerkrachten besteden er aandacht aan en daarna vallen ze weer weg. Maar juist in deze zaken zit volgens mij het wezenlijke, hier gebeurt samenleven en samen botsen. Zo moeilijk te vangen maar zo waardevol.
De juf heeft misschien helemaal niet het idee dat ze hier met burgerschapsvorming bezig is geweest. Maar volgens mij was dat het wel. Het is een ‘hot topic’ tegenwoordig. Curriculum.nu wijdde er een bouwsteen aan. Een voorstel tot wetswijziging zal in de Tweede Kamer besproken gaan worden. Om er zeker van te zijn dat scholen genoeg aan burgerschapsvorming doen en ook nog de juiste dingen.
Maar is het allemaal te vangen? Heb je als school een prachtig burgerschapsprogramma uitgedacht, zul je net zien dat het juist gebeurt in de onderbreking van het lesprogramma. Zoals in het geval van de ruziehut. Als de juf bevraagd wordt op het thema burgerschapsvorming, denkt ze er waarschijnlijk niet aan om het verhaal van de ruziehut te vertellen . En toch… volgens mij zijn juist dit de (burgerschaps)vormende momenten.